Eerste Kerstdag vier ik samen met mijn hele familie bij mijn ouders in het Zeeuws-Vlaamse. Mijn man en ik zijn ’s avonds laat nog die kant opgereden, we mijn moeder ’s ochtends meteen kunnen helpen bij de bereiding van een viergangendiner voor twintig personen. Het voordeel van zelf in de keuken staan, is dat ik kon aangeven wat het beste bij mijn nieuwe levensstijl past. Dit etentje heb ik dus wat gezonder gehouden.
Waar de familie wordt verwelkomd met zelfgemaakte roomsoezen, kies ik voor de suikervrije variant die gevuld is met een paar stukjes ananas, kiwi en meloen. De kerstsnoepjes verleiding kan ik ook weerstaan. En als er gevulde tomaatjes komen, kies ik voor de restjes. Dat is dus het voordeel van ze zelf bereiden. Ik heb zelf alle boven- en onderkantjes van de tomaatjes gesneden en ze uitgehold. Vervolgens heb ik ze met roomkaas gevuld. De familie snoept er heerlijk van. Ik lepel uit mijn bakje met tomaatrestjes. Ook de mini-pasteitjes met brie skip ik.
Mijn moeder heeft deze keer voor een viergangendiner gekozen. Vooraf pasteitjes met kippenragout. Hier kan ik normaal gesproken geen genoeg van krijgen. Ik kwak het liefst nog een lepel extra ragout op mijn bord. Het bakje mag lekker uitpuilen. Maar nu, hou ik het bescheiden. Een lepel ragout is echt voldoende. Vervolgens de tweede gang: pompoensoep. Een bodempje soep is voor mij voldoende om van de smaak te genieten. Ik weet namelijk dat er nog meer lekkere dingen aankomen.
Zo ben ik een echte Zeeuwse (die inmiddels al een aantal jaar in Brabant woont) en kan ik ontzettend genieten van grote garnalen. Mijn zusje heeft samen met mijn man een knoflooksaus gemaakt, maar die sla ik over. Ik vul het geheel aan met wat frietjes, een komkommer-sla rolletje en twee rolletjes boontjes in zeeuws spek. Er staat daarnaast ook kalkoen op het menu, maar daar hou ik echt niet van. De varkenshaas met champignonsaus lacht mij wel toe. Ik besluit daarom dat ik mijn bord gewoon alvast naar de keuken breng, dan kan ik het ook niet opnieuw vullen. Niemand kijkt me raar aan. Ze steunen me allemaal.
Als toetjesmens kan ik het niet laten om een half kopje tiramisu te nemen. Mijn moeder heeft drie minitoetjes gemaakt; van de andere twee – sinaasappel- en aardbeibavarois – pak ik één theelepeltje. Verder eet ik nog wat vers fruit. Er is namelijk ook gezorgd voor lychees, meloen en ananas. Als we daarna afsluiten met een kopje thee pak ik er een mini merengue bij. Ik heb er meteen spijt van, want ze zijn helemaal niet lekker. Ach, weet ik dat in ieder geval ook voor de volgende keer. Dan is het niet eens meer een zoete verleiding.
Trackbacks / Pingbacks